Geschiedenis
twijfel over verdedigbaarheid |
(Bouw)fase 1 - 14e eeuw, 4e kwart t/m 1544
Typologie |
Moated site |
Afm. hoofdburcht (m) |
17 x 13,40 |
Zichtbare toestand: |
Intact |
Bewoond door: |
Familie |
De oorspronkelijke vorm van De Blauwe Camer kan het best vergeleken worden met de oudste toestand van Ter Aalst.
De linkerkant van het slotje is opgericht eind 14e, begin 15e eeuw. 50 jaar later werd er een toren aangebouwd.
(Bouw)fase 2 - 1544 t/m heden
Typologie |
Moated site |
Zichtbare toestand: |
Intact |
Bewoond door: |
Familie |
In 1544 werd het geheel vergroot met een zaal en de ingangspartij. In het midden van de 17e eeuw werd er bij het middeleeuwse slotje een klooster met een kapel gebouwd.
Bezitgeschiedenis:
Het slot werd rond 1400 gebouwd door Claes die Voocht Peters Schaertszoon. In 1412 vinden we Herberen van Emmichoven als eigenaar, en hij was het die het in 1420 verkocht aan de Johannieter-ridders. Tussen 1494 en 1498 werd de Blauwe Camer verkocht aan Adriaen Jacob Heymans, die het kort daarna weer overdeed aan Laureys Back. Deze verkocht de rechten op het huis in 1514 aan de stiefvader van zijn vrouw, Jan van der Dussen. In de zestiende eeuw was het huis eigendom van verschillende families, en in 1645 werd de Blauwe Camer verkocht aan de Norbertinessen, die hun klooster in Breda moesten verlaten. In 1647 werd het slot proosdij van het Norbertinessenklooster, en werd de naam Blauwe Camer vervangen door St. Catharinadal [vd Wielen].