ca 1000 - 1250
Het mottekasteel is een type kasteel wat in veel landen in Europa voorkomt. Volgens de definitie van de Universiteit van Amsterdam:
Een motte is een geheel of gedeeltelijke kunstmatige heuvel, gewoonlijk omgeven door een gracht. Op de afgeplatte top van de heuvel staat een versterking. Vaak is er een lager gelegen voorburcht aan de motte toegevoegd.
De motte moet tenminste 4 tot 5 m hoog zijn om een boven een ruiter te paard uit te tornen zodat de motte goed te verdedigen was. De tijd waarin dit type kasteel werden gebouwd (1000 - 1250) was verdediging tegen ridders te paard het belangrijkste. Er was in grote delen van Nederland nauwelijks centraal gezag, dus verdediging tegen de buurman was niet onbelangrijk.
De kunstmatige heuvel werd voorzien van een houten en later stenen toren vaak omringd met een palissade van houten palen (later een stenen ringmuur) maar vrijwel altijd rond van vorm. Aan de voet van de motte heuvel lag vaak een droge of natte gracht. Meestal woonden het gezin in de voorburcht waar de agrarische gebouwen zich bevonden.
In Nederland zijn er 83 motte's vastgesteld maar waarschijnlijk vele honderden geweest, omdat de motte's zelf vaak van hout waren en de heuvels vaak vergraven zijn.
Alternatieve namen zijn 'bergen' in Zeeland 'hege wierden' of 'stinswierden' in Friesland. In Zeeland en Friesland was de motte naast verdediging ook van belang om te overleven bij overstroming.
Voorbeelden van motte kastelen in Nederland:
Naam kasteel |
Plaats |
Provincie |
---|---|---|
Bolberg | Posterholt | Limburg |
Bollenberg | Mariahoop | Limburg |
De burcht | Leiden | Zuid-Holland |
Coevorden | Coevorden | Drenthe |
Hillegersberg | Hillegersberg | Zuid-Holland |
Kessel | Kessel | Limburg |
Kuinre | Kuinre | Overijssel |
Maalstede | Kappele | Zeeland |
Montferland | Zeddam | Gelderland |
Stein | Stein | Limburg |
De kastelen van Horn, Heeswijk, Bronkhorst en Waardenburg hebben ook een verhoogde binnenplaats en zijn waarschijnlijk ook als motte begonnen.
Bronnen: